Grammatik

Begonnen von edragedlih, 2004-03-18, 11:00:07

Vorheriges Thema - Nächstes Thema

edragedlih

Dichtkunst als Ausgehepunkt für Grammatikunterricht, und also auch zur Förderung der Verbenstärkung, würde das möglich?

Kilian

In der Tat, die Dichtkunst ist sogar besonders gut dafür geeignet. Als Beispiele seien unsere Haikos und die Abteilung für Lyrisches genannt.

edragedlih

könnte man dann auch nur an Hand der Dichtung eine Fremdsprache lernen?

Kilian

Ich hab in einem Buch gelesen,
es gebe da einen Chinesen,
der sei alt und auch sehr weise
und habe sich für eine Reise
auf einer satt umgrünten Lichtung
nur anhand der fremden Dichtung
in nur einer klaren Nacht
Deutsch, Schwedisch und Arabisch beigebracht,
dazu noch Türkisch und Japanisch,
Hebräisch, Finnisch, sogar Spanisch,
und sei nach all dem langen Lesen
und Lernen nicht mal müd' gewesen!
Ist diese Geschichte wahr?
Ich weiß es nicht, so viel ist klar.

edragedlih

#4
Diese Antwort haben Sie sich recht gut ausgesucht.
Glücklicherweise hat der Chinese kein Niederländisch lernen müssen, sonst würde er vielleicht nie auf Reise gegangen sein, mindestens nicht nach Flandern sollte er Folgendes lesen haben müssen.

       Het Nederlands (das Niederländisch)-Dr. G. Nolst
           Einem Fremdsprecher gewidmet


O, vreemdeling, die onze taal bestudeert,
Lees verder. Ik wed dat mijn rijm je wat leert.
'k Hoop niet, dat de studie je tegen zal vallen.

Zo zegt men bal - ballen maar, ach! Niet: dal-dallen.
En 't enkelvoud, vreemdeling, van koeien is: koe
Maar de boef draagt wel boeien, de drenkeling geen boe.
En Vondel, je weet het, schreef prachtige reien,
Maar niemand bestelt in een lunchroom ooit eien.
En kinden is niets, noch ook winderen - wel lammeren,
Wel: wortelen, geen eikelen, noch borstelen of kammeren.
Zo kom je van zelf op de lastige paderen:
Rad - raden? Stad - staden? Is vad stam van vaderen?
En waarom - dat heb ik nooit goed begrepen
Vergaan er geen schippen, die stranden op klepen?
Ook heb je wel potten, maar nergens zijn slotten,
En niemand zegt roten, marmoten of lotten.
De boer houdt geen haanders, maar zeker wel hoenderen
En draagt op het land meestal klompen - nooit schoenderen.

Het meervoud van krent is eenvoudigweg krenten.
Maar: vent in het meervoud, is kerels - niet venten.
Leer ook de geslachten, mijn leerling, vroegtijdig:
De vrouwen zijn vrouwelijk, maar wijf is onzijdig.
O ja, dat is waar, 'k zou het haast nog vergeten:
Een oud wijf is mannelijk - je moet het maar weten!
Zo stelde Verheul al het onderscheid vast
Tussen een gast, de gast, en eilacie - het gast.
Zeg: naaister, maar schilderster moet je niet zeggen,
Ook niet koninges of dievin of vriendegge.

Dan diminutiva, als scheepje van schip
Heeft Jantje al een zweepje - zijn pa heeft geen zwip.
En 'k weet het mijn vriend, met gevogelte dweep je,
maar toon nu geen lippetje om dit taai-droge sneepje.

Ook werkwoorden moet je met zorg bestuderen,
want als je niet oppast, dan scheur je je kleren
Je zal al wel weten - ik hoop, dat je 't wist,
Dat je heden zult eten, maar gisteren niet ist.
Toen gisteren de torenklok twaalf had geslagen,
Zeg, ben je toen rustig naar huis toe gegagen?
Gezegd is niet beter gezegd dan: gezeid,
Maar nooit is er nog naar een drenkeling gedreid.
Och, als je 't maar weet, is 't makkelijk genoeg,
Ik joeg nooit bij 't behang naar een muisje dat knoeg.
En als je in vervelend gezelschap haast sliep,
Heeft niemand gemerkt, dat je heimelijk giep.
Ik denk ook wel niet, dat je vaak hebt gezocht
Naar een post in je boek, die verkeerd was gebocht.
Bedenk, vriend, als j'in verontwaardiging raakt
Dat niet wan wordt getrouwd hij, die nacht heeft gebraakt.
Ik vraag j'of je hier wel eens ooit aan gedacht hebt
En of j'er je aandacht genoeg aan geschacht hebt?

En dan - 't is niet erg als je j'even vergist -
Wat zeg je: 'dank wijtte', 'danken weet', of 'dank wist'?

Leer ook de getallen, o vreemdeling, aandachtig:
Zeg: vijftig en zestig - niet drietig en achtig.

Ook d'uitspraak is soms nog een moeilijk ding
Immer: beving je ooit van angst een beving?
En hoorde j'ooit iemand in 't Nederlands bevelen,
Een vocht naar een lager staand vat te hevelen?

Al schrijf je Gorinchem, spreek het uit: Gorkum,
Maar schrijf in vergissing niet Borinchem voor Borkum.
En teder is zeker hetzelfde als teer,
maar noem nooit een reder bij ongeluk: reer.
Misschien ben je 't Nederlands in zover al meester,
Dat je heester niet zo maar laat rijmen op zeester.

En heb je de klemtoon al zo goed te pakken,
Dat je lieden, die slabakken, gooit met slabakken?
En 't enkelvoud, hoe zeg je dat dan wel. Slabak?
En rijmt dat op tabak? Of beter op klabak?
En rijmt dit precies: "Als Marie gelei maakt,
Dan vind ik dat die naar een spiegelei smaakt"?
Neen, houd j'aan de regels, al ben je een vrijgeest,
En zeg niet gelei-taart zowat als gelei-geest -

Dus leer, lieve lezer, de les uit mijn lied:
het Nederlands is heus nog zo gemakkelijk niet!



So lieber Kilian, das war Niederländisch in einer Nusschale. Wenn Sie dies herausfinden können, dann kennen Sie mehr als der Chinese, oder brauchen Sie doch einige Erklärungen?
Bemerke auch einige verstärkte Verben.

Grüsse dich, edragedlih




Kilian

Vielen Dank für diese kleine Sprachlehre. :-) Für mich, der ich eigentlich kein Wort Niederländisch spreche, ist das eine schöne Knobelaufgabe. Ich habe mir das Gedicht ausgedruckt und werde es morgen studieren. So kann ich gleichzeitig theoretisch und praktisch ein paar Kenntnisse Ihrer schönen Sprache sammeln.